Schwanengesang
Can Çakmur (piano)
BIS Records BIS-2530 • SACD-80’
Waardering: 7 à 8
Toen Franz Liszt de veertien liederen arrangeerde die als Franz Schuberts Schwanengesang zijn gepubliceerd, hield hij zich totaal niet aan de volgorde die uitgever Hasslinger er in 1829 aan gaf. Hij husselde de liederen van de twee hoofdtekstdichters – Rellstab en Heine – door elkaar en eindigde met het tweede lied: Kriegers Ahnung. Can Çakmur houdt zich niet aan de volgorde van Liszt en komt bijna uit, maar niet helemaal, bij de originele bundel en eindigt dus ook met Der Taubenpost op tekst van Seidl. Het doet er toch niet zoveel toe, omdat Çakmur ze niet speelt alsof hij een zanger is. Daarvoor ligt het tempo vaak te laag, met te veel cesuren. Het zijn woordloze pianostukken naar Schubert, met lisztiaanse tussenwerpselen en versierselen. Çakmur speelt vrij ingetogen, meestal glashelder en vrijwel altijd in gedempte kleuren. Dat doet hij ook in de Quatre Valses oubliées, en in beide klinkt zijn Kawai-vleugel merkwaardig klokjesachtig als er in de hoogte getrillerd en getremoleerd wordt. De afwezigheid van nadrukkelijk virtuoos vertoon is bij Çakmur een groot pluspunt, maar de toon had toch zo nu en dan wel wat frisser mogen zijn.
Paul Herruer