DIVERSEN

REFLECTIONS
Víkingur Ólafsson (piano)
Deutsche Grammophon 483 9222 •
DDD-64’

Waardering: 6

Persoonlijk was ik op slag verliefd toen ik Víkingur Ólafssons album Debussy-Rameau uit 2020 beluisterde, waarop twintigste-eeuws impressionisme en achttiende-eeuwse barokmuziek naadloos in elkaar overvloeien. Over Ólafssons nieuwste album Reflections, een reeks experimentele reflecties op het Debussy-Rameau-album, ben ik minder enthousiast. De IJslandse pianist combineert traditionele, vlekkeloze studio-opnamen van Debussy’s meditatieve preludes Bruyères en Canope met thuisgemaakte opnamen van diezelfde werken, waarbij het geluid enigszins dof klinkt en je zelfs het indrukken van de toetsen kunt horen. Wil de pianist ons hiermee betrekken in de intimiteit van zijn studeerkamer, waar zijn creativiteit haar basis vindt? Halverwege het album klinkt een (eveneens thuis opgenomen) improvisatie op Bruyères, die vanwege de voortdurende herhaling van het openingsmotief aan minimal music doet denken. Verder klinken er zeven speciaal voor dit album geschreven composities, van Christian Badzura’s subtiele bewerking van Rameau’s Muse d’eau tot Hania Rani’s psychedelische elektronische geluidswolken rondom de pianoklanken van Debussy’s La Damoiselle élue en Helgi Jonssons toevoeging van synthesizers en hese IJslandse popzang (door Ólafsson zelf gezongen?) tot aan Debussy’s Des pas sur la neige. Het album balanceert daarmee op de grens tussen impressionisme, minimal music, loungemuziek en pop, en zou in mijn ogen het beste tot zijn recht komen als achtergrondmuziek in een entourage van artistiekerige hipsters.

Myrthe Meester

Deel dit bericht